Kanunnik Triest gaf aan zijn congregatie de naam: “Hospitaalbroeders van de Heilige Vincentius” en gaf tevens de Franse heilige als hun patroonheilige. Voor de Broeders van Liefde blijft Vincentius a Paulo (zie foto) een meer dan inspirerende figuur.

Geboren in 1581 in Pouy (Landes – Frankrijk), kon deze boerenzoon verder studeren dankzij de steun van een advocaat. Reeds op 19-jarige leeftijd werd hij tot priester gewijd, en de eerste jaren werden gevuld met de zoektocht naar financiële middelen om zijn familie te ondersteunen. Na een eerder avontuurlijk bestaan van meer dan 10 jaar, kwam hij geleidelijk tot inkeer en werd het hem duidelijk dat hij als priester een missie te vervullen had.  Het waren personen als Pierre de Bérulle, Franciscus van Sales en de familie de Gondi die hem op een nieuwe weg zetten: de weg van de zorg voor armen, zowel op spiritueel als op materieel vlak.

In 1617, met een speciale ervaring en confrontatie in een kleine parochie van Châtillon werd hij overtuigd van de grote noden die er in Frankrijk heersten. Hij startte met volksmissies in de parochies die toebehoorden tot de familie de Gondi, en daaruit groeide zijn eerste stichting: de Congregatie van de Missie, later Lazaristen genoemd, die naast het organiseren van de volksmissies ook de vorming van de seminaristen gingen behartigen. Voor het lenigen van de vele materiële noden stichtte Vincentius met de hulp van gegoede dames de “Caritasgenootschappen”, die zich weldra in gans Frankrijk zouden verspreiden en een echte solidariteit met de armen deed ontstaan.

In 1633 startte hij samen met Louise de Marillac de “Dochters der Liefde”, voor de ondersteuning van de materieel armen.  Bewust noemde hij hen geen zusters, om te voorkomen dat ze naar het voorbeeld van de Visitandinnen, die door Franciscus van Sales waren gesticht om armen aan huis te verzorgen, verplicht zouden worden om in een slotklooster te gaan wonen. Heel gekend is zijn beschrijving van zijn nieuwe soort zusters: “Gij hebt als kloosters, de ziekenhuizen; als cel, slechts een huurwoning; als kapel, de parochiekerk; als kloostergangen, de straten van de stad of de zalen van de hospitalen; als clausuur, de gehoorzaamheid; als tralies, de vreze Gods; en als sluier, de heilige ingetogenheid”.

Vanaf 1632 werd de grote priorij “Saint-Lazare” in Parijs het hoofdkwartier van de vele activiteiten die Vincentius ontwikkelde, en daarmee werd het één van de grootste geestelijke centra van het toenmalige Frankrijk met een opleiding voor de missionarissen, een seminarie, het werk van de priesterretraites, een leprozerie en een asiel voor geesteszieken.

Het beeld dat we van Vincentius meedragen is dat van een priester met een paar kinderen op de arm en een arme bejaarde aan de hand. Tussen 1640 en 1660 heeft Vincentius niet minder dan 10.000 kinderen in Parijs gered en opgevangen. Maar we mogen niet vergeten dat hij zijn onuitputtelijke energie haalde uit een  diep gebedsleven. Hij heeft een totaal nieuwe invulling gegeven aan de caritas, en zijn gevleugelde uitdrukking blijft klinken: “De Armen zijn onze Heren en Meesters, die we moeten dienen met liefde en respect. Ze zijn de iconen van Christus.”

Vincentius overleed op 27 september 1660 en in 1737 werd hij heilig verklaard en uitgeroepen als de patroon van de christelijke caritas.