Dag 6 Generaal Kapittel – zaterdag 7 juli 2018

Een recollectiedag als spirituele rustdag na een volle week en ook als oriëntatie voor de verdere werking. Daarom werd gekozen voor een tweeluik, en dat aan de hand van de twee meest recente kerkelijke documenten.

In de voormiddag sprak Bisschop Enrico dal Covolo, emeritus rector magnificus van de Pauselijke Universiteit van Lateranen, over “Gaudete et exsultate”, de apostolische exhortatie van Paus Franciscus over de heiligheid in het dagelijkse leven. Vanuit zijn eigen achtergrond als specialist in de kerkvaders, gaf Mgr. dal Covolo enige krachtige teksten van Origenes en Bernardus van Clairvaux, die beiden sterk de nadruk legden dat heiligheid alles te maken heeft met Gods genade en Gods liefde. Het is aan ons om ons open te stellen voor Gods liefde en zijn genade. De uiteenzetting werd afgesloten met een korte vraagstelling vanuit de groep.

De namiddagsessie was gewijd aan het document van de Congregatie van het Godgewijde Leven over de “economie als dienst van het charisma en de missie”. Op het eerste zicht kan het wat zonderling lijken dit als een thema te nemen voor een recollectiedag. Maar het was duidelijk de bedoeling onze spirituele bewogenheid ook een heel concrete invulling te geven en te laten vertalen in de wijze waarop we als religieuzen omgaan met de tijdelijke goederen, steeds in dienst van het charisma en de missie van de congregatie.
Onze twee stafmedewerkers van het generalaat, Dhr. Patrick De Pooter en Dhr. Jos Leysen, gaven een inleiding. Patrick gaf een samenvatting van het document en Jos gaf aan wat tot nu toe reeds was gerealiseerd binnen de congregatie van de punten die in het document als belangrijk worden vernoemd. Daarna volgde een zeer interessante uitwisseling, waarbij nogmaals bleek hoe belangrijk het thema is in het concrete leven van de congregatie.

Br. René Stockman besloot de bezinning met de aanhaling van de fundamentele criteria die steeds moeten worden gerespecteerd in iedere vorm van economische en managementactiviteiten binnen een religieus instituut:

– Trouw aan God en aan het Evangelie. De vraag luidt steeds of we in lijn zijn met de roeping die we hebben ontvangen en of we Christus echt navolgen.

– Trouw aan het charisma. Ieder charisma is een levende realiteit die met een creatieve trouw moet worden gerealiseerd. Het zal steeds een afwegen zijn tussen de keuze die men in een bepaalde situatie moet maken en de eigen identiteit van het instituut.

– Armoede. We moeten een vreugdevolle soberheid ontwikkelen bij de uitwerking van onze initiatieven om de armen echt te kunnen dienen.

– Respect voor het kerkelijk karakter van de goederen. De tijdelijke goederen van instituten van godgewijd leven zijn kerkelijke goederen bestemd voor de doelstellingen die de Kerk vooropstelt. Daarom moeten deze goederen conform de doelstellingen worden gebruikt en in lijn met de kerkelijke discipline.

– Duurzaamheid van de werken. De werken zijn gesitueerd in een sociale en economische context. Een werk is duurzaam wanneer het een gebalanceerde benadering behoudt tegenover de financiële situatie en zo optimaal mogelijk de beschikbare middelen aanwendt.

– Nood aan rapportering. Ieder moet op zijn niveau de nodige rapportering overmaken aan de hiërarchische oversten.

Hiermee eindigde de eerste week van ons generaal kapittel. Zondag is het natuurlijk een rustdag, om maandag te starten met de verkiezing van de generale overste en de vicaris-generaal.