De dag werd ingezet met een speciale eucharistieviering waarin de H. Benedictus van Nursia, de patroonheilige van de Europese provincie, werd herdacht en ook Br. Pierre Caubergh, een Belgische broeder die gisteren overleed.
Br. Venance Kapita gaf een uitgebreide inleiding rond het thema: “Wees radicaal in de profetie als gewijde mannen”, het tweede deel van het kapittelthema. Op een heel systematische wijze overliep hij de verschillende punten die in het kapitteldocument waren aangegeven en hij bracht een overzicht wat vanuit de verschillende provincies was aangebracht. Na een inleiding over wat onze toewijding als religieus kan betekenen, als radicale beleving van ons doopsel, behandelde hij achtereenvolgens het belang van een diep spiritueel leven als basis van onze toewijding, de vorming van de leden, de wijze waarop we onze geloften kunnen beleven in de wereld van vandaag, de kwaliteit van ons gemeenschapsleven, de leiderschapsstijl, de zorg voor oudere medebroeders en broeders in moeilijkheden, de plaats van de aangesloten leden in de congregatie, de zorg voor de duurzaamheid in zowel ons leven in de gemeenschap als in ons apostolaat, de openheid voor nieuwe kandidaten en de wenselijkheid om de constituties aan te passen.
Met dit rijke aanbod werden de gespreksgroepen opgestart om te komen tot een synthese die om 17 uur in plenum zal worden gebracht.
Opnieuw was het een rijk plenum, waarbij een aantal zinnen bleven nazinderen. Als Broeders van Liefde en aangesloten leden worden we opgeroepen om trouw te blijven aan ons charisma, en daarom elke klemtoon te blijven leggen op een intens gebedsleven. Het is vanuit een diep spiritueel leven dat we kunnen komen tot een leven in harmonie. Of zoals Vincentius zo sterk benadrukte: er moet steeds een eenheid zijn tussen ons gebed, onze gemeenschap en onze zending. Het adagium moet blijven: eerst God, en de rest moet daaruit volgen.
We moeten ons blijven laten raken door concrete tekenen van Gods liefde en daarom verwonderd blijven.
Er is diversiteit in de congregatie: laten we dit zien als een kans en een uitdaging en er ons niet door laten blokkeren.
Speciale aandacht wordt gevraagd voor de zorg voor onze oudere broeders en broeders in moeilijkheden. Laten we nooit vergeten dat we voor hen een collectieve verantwoordelijkheid dragen.
De aangesloten leden groeien in aantal en vragen meer duidelijkheid over hun plaats in de congregatie. Het gaat dan niet over meer structuren, maar wel meer inhoudelijke begeleiding, vorming, aanmoediging, als groep aangesloten leden en samen met de broeders en de religieuze gemeenschappen. Ook aangesloten leden voelen zich “godgewijden” in de ruime zin van het woord, vanuit het doopsel dat ze samen met de religieuze broeders beleven.
Deze avond hadden de aanwezige aangesloten leden een ontmoeting met de generale overste, waarbij een zeer vruchtbare uitwisseling ontsproot over hoe men op de verschillende plaatsen het aangesloten lid-zijn beleeft.