De ganse voormiddag werd besteed aan het financiële luik van de congregatie. Eerst werden nog vragen beantwoord rond de werking van Fracarita International na de zeer gesmaakte uiteenzetting van Br. Jos Mathijssen gisterennamiddag.
Met een aantal concrete voorbeelden uit de groep werd verheldering gegeven hoe Fracarita International effectief werkt. Misschien werd tot nu toe te veel gedacht dat Fracarita er uitsluitend is om het verwerven van financiële middelen. Met de voorbeelden aangebracht door Br. Jimi Huayta-Rivera, zelf continentale coördinator voor Amerika, en Br. Martin De Porres, verantwoordelijk voor de capaciteitsopbouw, werd duidelijker dat alles moet gezet worden op het versterken van de lokale entiteiten, zodat op termijn onze voorzieningen in het Zuiden en het Oosten financieel zelfstandig kunnen worden.
Br. John O’Shea, de generale econoom, gaf daarna het financieel verslag van de voorbije zes jaar. De financiën blijven een knelpunt binnen de congregatie en het blijft een urgente opdracht daarrond naar meer substantiële oplossingen te zoeken. Het was wel opvallend dat dankzij het noeste werk van de generale econoom een duidelijker beeld van het financieel beleid werd bekomen. Ook de assistentie van dhr. Jos Leysen, die speciaal werk maakte van het opmaken van een duidelijk budget en het in kaart brengen van de assets van de congregatie, heeft bijgedragen dat we nu een meer volledig beeld hebben van de realiteit.
Deze namiddag kwamen de gekozenen van de verschillende provincies samen om de twee rapporten te bespreken: het uitgebreide rapport van de generale overste, de provinciale oversten en de generale assistenten, en het financieel rapport van de generale econoom. Hun verslag zal dan bezorgd worden aan de twee commissies die daaruit een eindevaluatie moeten distilleren als afsluiting van dit eerste deel van het generaal kapittel.
En de temperatuur in Rome? Iedere dag lijkt het één graad te stijgen, maar gelukkig zijn zowel de conferentieruimte, de kapel en de refter voldoende afgekoeld om goed te kunnen werken, bidden en … eten.